Ingmāra Balode

Jazz en de sterren

John Zorn is vandaag 65 geworden, meldt de radio

I
We zagen eens een film over de enige waarheid;
aan het einde waren er gebroken zielen en mantels, een gouden deken scheurde als
het Paaskleed in de kathedraal, en in de armen van het meisje bleef alleen de dood over.
Jazz is de sterren, en de sterren
zijn de vlammetjes in de ogen van heiligen en geliefden. In de ogen van
de kluizenaar is de hemel
zelf.
Zo simpel als de rekentafels, licht als een slaapliedje. De sterren,
de hemel, zelf.

Die jonge jongens, die de laatste tijd doen alsof ze oud zijn,
die bier drinken en holen graven,
en hun moeders, meisjes en de lindebloesem van de oever laten rollen.
Stenen veranderen in regendruppels en kussen jouw handpalmen zoals de tekens
van de tijd
hier hier hier hier hier.
Bij jou blijven, smelten,
zodat het hier alleen regent.

Jij bent muziek, de regenbuien
die zich door onze straten bewegen
in geschriften die veranderen en die niemand zal voordragen.
Er zijn geen tekens die een taal kunnen vormen waarin begrip
volledig is of dat kan naderen.

Welke thee zal je drinken, zwarte of groene, welk leven kies je, kort of
luid, stil en groots
zoals het door grootvader gegoten beton, dat pas dit jaar begint te barsten. Dat is zelfs
meer dan zestig plus
vijf. Op zijn 65e was het al een tijd geleden dat hij terugkwam uit Kolyma,
in een houten koffer had grootmoeder de zaden bewaard. Ze bleven elkaar liefhebben, want het leven
was nog hetzelfde, over de drempel glipten de katten, de mieren,
de achterkleinkinderen, de grassprieten.

II
Wat is oorlog. Wat is liefde, ik heb het niemand gevraagd, maar of het niet
spijtig was om op mensen te schieten, dat wel. Zo gaat dat tijdens de oorlog. Of – ik schoot niet,
ik herinner het me niet. Zo gaat dat. Ik vocht niet met de Duitsers of de Russen. Ik vocht
voor een vrij Letland. Vlecht een kroon van deze woorden, sereen en helder
als de dag dat het hooi wordt binnengehaald.

Twee jongens van vier spelen oorlogje en bewaken een stuk van de gele berm
op de grens van Koerland.

Samen zijn, veranderen in steentjes, uitgroeien tot de spar, die nu omgehakt
met zijn vleugeleindes voor ons de tijd afstreept.

Uit: Gedichten na ons tijdperk (Dzejoļi pēc mūsu ēras, Neputns, 2020)

Meer lezen? Bestel Terras #27 The Baltic Way